5 april 2015 – 06.00. De kern van mij vrienden groep en mijn familie heeft zich op Zestienhoven verzameld om mij uit te zwaaien. Afscheid nemen gaat steeds makkelijker. De woorden zijn minder zwaar, er vloeien minder tranen. Alles went blijkbaar, het gevoel dat mensen om je geven blijft wel heel tastbaar op zo’n moment. Voor vertrek spreken vrienden, collega’s en volslagen vreemden heel persoonlijke dingen naar me uit. Het raakt mij. Het is mooi dat een klimexpeditie dat losmaakt. Blijkbaar voelen mensen de behoefte om dat nog even gezegd te hebben…
Tijdens mijn super comfortabele vlucht met Turkish Airlines lig ik bijna geheel gestrekt in mijn stoel te slapen. Ik schrik wakker; Kicken op jezelf! Je bepaalt het allemaal zelf! Schreeuwt Van Katoen in mijn oordopjes. Ik grinnik,wie wil mij iets zeggen? Tsja, een tikje egoïstisch is zo’n Everest beklimming wel. Maar toch, mijn extreme focus brengt mij maar mooi voor de 4e opeenvolgende keer naar de Everest. Iets om trots op te zijn vind ik. Maar 100% gefocust zijn impliceert soms ook dat je op andere vlakken tekort schiet. De Everest beklimmen vind ik een overwinning van mijn ego op mijn verstand. Toch neem ik de muziek uit mijn ipod niet serieus. Niet alleen de top en veilig terug is het doel. Ik wil zoveel mogelijk geld inzamelen voor ALS Project MinE!
Voor de 7e keer land ik in Kathmandu. De taxi rijdt in een grote slalom naar de toeristenwijk Thamel, daarbij koeien, brommers en vrachtwagens ontwijkend. Stof,vuil, en een bedelaar zonder benen zijn de eerste indrukken van Kathmandu.
Al slenterend laat ik de contrasten van Kathmandu op mij inwerken. Rikshah, Hasjiesh, massage! fluistert een jongen tegen mij. Natuurlijk is er een staking in Kathmandu. Zoals zo vaak. Het doel klinkt niet onlogisch, een nieuwe grondwet nadat acht jaar geleden de koning is ontzet.
In mijn neus komt de lucht van afval. Naast de afvalhoop telt een marktkoopman zijn dagomzet van goedkope Chinese plastic schoenen. Een Sadhoe (soort heilige, maar vaak een verkapte bedelaar)probeert een rode stip op mijn voorhoofd te zetten. Geroutineerd buig ik mijn hoofd af om de vervolgvraag om roepies voor te zijn.
Kathmandu is een weerzien van oude bekenden. Grace, Jon en Ritchie ken ik van mijn Everest 2012 expeditie. Natuurlijk is ook expeditieleider Arnold Coster aanwezig. Arnold woont in Kathmandu en is getrouwd met een klimmende Sherpani. Klimmen kan ze ook, vorig jaar bekom ze de K2 met twee vriendinnen. Arnold zijn bedrijf ‘ArnoldCoster expeditions’ organiseert klim expedities over de hele wereld, waaronder de Everest.
Ritchie gaat met ons mee om de aan de Everest gelegen Lhotse te beklimmen. Grace gaat naar de Tibetkant van de Everest. We fantaseren over de mogelijkheid om elkaar op de top van de Everest tegen te komen. Ritchie is een oud SAS militair die later in de privé beveiliging in landen als Irak is gaan werken. Tegenwoordig woont hij in Thailand. Hij begroet mij met een stomp in mijn ribben en een luidkeels ‘hey you, absolute Scumbag!’ Natuurlijk vertelt hij nog een keer in geuren en kleuren hoe ik per ongeluk zijn stijgijzers meenam op de zuidcoll van de Everest op 8000 mtr hoogte. De afdaling op zijn gladde schoenen is hij nog niet vergeten. Jon Kedrowski is een Amerikaan die zich consequent met zijn titel dr. profileert. Jon gaat na zijn Everest succes in 2012 nu voor de Lhotse, die hij als klap op de vuurpijl ook nog eens wil afskiën. Dat zal niet meevallen, het bovenste deel van de Lhotse is rotsig en alles behalve een blauwe piste.
Op 7 april vertrek ik met een kleine Twinotter naar het vliegveldje in de bergen gelegen bij het plaatsje Lukla (2800 mtr). De landingsbaan loopt in een hoek van 30 graden omhoog en eindigt in een bergwand. Mijn vriendin Jorieke zit achter mij in het vliegtuig en werpt mij een blik toe die het midden houdt tussen enthousiasme en angst. De Stewardess tikt mij aan en geeft watten tegen het lawaai van het vliegtuig. Over de groene heuvels van Nepal bereiken we in 40 minuten het vliegveld. Met een scherpe daling en loeiende motoren neemt de Twinotter een duikvlucht. Zenuwachtig gegiechel gaat door het vliegtuig. Met een schok landt het vliegtuig en gaat vol in de remmen.
Om mij heen hijsen jonge jongens zware lasten op hun rug. Het oogt koloniaal. Toerisme heeft voor welvaart gezorgd in Solo-Khumbu. Scholen, stroom, wifi, en water. Een jonge drager op slippers loopt kromgebogen onder zijn last weg, ondertussen zijn mobiele telefoon opnemend.
De 11-daagse trek met mijn vriendin naar het basiskamp gaat beginnen, via een omweg met twee bergpassen van 5500 mtr. Voor het basiskamp wordt bereikt doen we een ‘oefenklim’ om aan de hoogte te wennen op de Lobuche-east van 6200 mtr. In Lobuche ontmoet ik de rest van de expeditiegroep. Sommige heb ik nog niet eerder gezien.
Diep inhalerend adem ik de merkbaar schonere lucht in. Tevreden draai ik mij om en zet de eerste passen in de richting van de top van de Everest.
De laatste nieuwtjes van mijn expeditie zijn terug te vinden op mijn Twitter @ericarnold8850. Via mijn site kun je mij een gratis sms sturen op mijn satelliettelefoon.
Mooi verhaal weer! Blijf het volgen. En een scumbag ben je gewoon..;-)…
Mooi de Kern blijft aan je denken groeten aan Jorieke
mooie beelden!